Oh jee, meneer van Amerongen.
Ga toch snel naar huis.
De waterleiding is gesprongen.
Het water staat tot boven het fornuis.
De muizen zwemmen lustig
In de waterzee.
Verder is het rustig.
Maar o wee.
De ratten klagen.
De riolering is te vol.
Ze eten nu al dagen.
Afval met een drol.
Oh jee, meneer van Amerongen.
Ze komen in uw huis.
Hebben de muizen verdrongen.
En staan nu op het fornuis.
De kast staat op een kiertje.
De kaas is in 't zicht.
Nog een klein kwartiertje.
Wèg kaas, genuttigd!
Te laat meneer van Amerongen.
Uw huis is nu een bad.
Het water is binnengedrongen.
En alles is kletsnat.
Meneer van Amerongen.
Uw leed kan ik beamen
Mijn lied is uitgezongen.
Amen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten