Enige jaren geleden schreef ik het volgende op Facebook.
Er zijn soms van die momenten dat alles lijkt te kloppen.
Het leven is dan de moeite waard geleefd te worden.
Het zijn díe momenten die een geluksgevoel geven.
Daar blijven herinneringen aan kleven.
Vaak zijn het slechts hele kleine momenten, zonder grootse gebeurtenissen.
Vóór ons in de oude haven waren mensen bezig met hun boot.
Plezierboten en oude opgeknapte sleepboten lagen te dobberen in het groene water.
Van de oude beroepsvaart was niets meer te zien.
Hiervoor moet je naar een andere, nieuwe, haven.
Slechts enkele vissersboten zijn in deze haven nog te vinden.
Hoe anders was het in mijn jeugd.
De haven lag toen vol met botters.
Er werd volop gevist.
Manden met krioelende palingen.
De beroepsvaart wordt nu voornamelijk uitgeoefend door liefhebbers die met prachtig gerestaureerde oude meermasters vakanties aanbieden.
Wij zaten buiten op een terras in Enkhuizen.
Binnen rammelden borden onder een plafond waaraan oude scheepsmodellen en verweerde scheepsbenodigdheden hingen.
Bij elkaar gezochte nostalgie-opwekkers.
Maar dat gaf niets.
De sfeer klopte.
Vlak bij ons hipte een musje bij ons op de tafel.
Een brutaal beestje die zich waagde op enkele centimeters van ons en onze koffiekopjes.
Steeds dichter bij komend, naarmate we meer gebaksrestje naar hem toeschoven.
Het stelde allemaal niks voor maar wat was het prachtig.
Natuurlijk niet alleen dat heen en weer trippelende beestje maar alles wat zich rondom ons afspeelde.
En dat was eveneens weinig indrukwekkend.
Wij zijn sfeergevoelig.
Voor mij komen er dan nog allemaal herinneringen uit mijn jeugdjaren voorbij.
Zo bedacht ik dat ik slechts enkele meters verwijderd was van de plaats waar mijn opa en ik ooit op de koningin stonden te wachten.
Misschien wel 70 jaar geleden.
Het stond er vol met mensen.
Was het 1 april?
Ik geloof me te herinneren dat mijn opa niet erg te spreken was.
Waarschijnlijk bozer op zich zelf wegens zijn goedgelovigheid dan op de krant die de komst van Hare Majesteit had aangekondigd.
Enkele honderden meters verderop, links, de Sint Janstraat.
Een straat boordevol herinneringen aan de schoenmakerij van mijn opa en het geboortehuis van mijn moeder.
Nog iets verderop lag, eveneens links, de Breedstraat.
In de Breedstraat staat, schuin tegenover het stadhuis, nog steeds mijn geboortehuis.
Een honderden jaren oud huis.
Overigens zonder een bordje met de mededeling :
Hier is op 25 september 1942,
Midden in de oorlogstijd,
De wereldburger
Johan Dammuller
Geboren.
Waarschijnlijk was er na de restauratie van het eeuwenoude pand geen geld meer beschikbaar voor zo'n plaquette.....
Enfin, op de achtergrond speelden al de herinneringen, met de daardoor opgeroepen gevoelens, een rol tijdens ons genoeglijk samenzijn daar op het terras.
Mijn kameraad zat daar zonder deze herinneringen maar begreep wel de gevoelens die ze bij me opriepen.
Bovendien is Enkhuizen een plaats die iets met je doet als je daar gevoel voor hebt en er open voor wilt staan.
En dat was bij mijn mede koffiedrinker zeker het geval.
We logeerden in Het Ankertje.
Althans in het huis dat aan dit café grenst en dat toentertijd voor Bed en Breakfast was ingericht.
Het Ankertje, een bijzonder sfeervol oud café.
Er tegenover staat de oude stadspoort "de Drommedaris".
Een massief gebouw maar met een zekere sierlijkheid wegens de ronde vormen.
(Lijkt wel iets op mij.)
De Drommedaris, de toegang tot de oude havens en de rest van Enkhuizen is bereikbaar via een houten ophaalbrug.
Ooit dirigeerde mijn kameraad.een compleet terras met mensen vlak tegenover Het Ankertje met achter zich de kloeke vormen van de Drommedaris.
Tja, mooie tijden.
Oude tijden.
Vervlogen tijden.