Het kan nog.
Het bestaat nog.
Ik heb het enige tijd geleden zelf aan den lijve ondervonden.
Zoals ik dat vroeger zelf aan den lijve ondervond.
Zij het aan de andere kant van mijn leeftijd.
Wat zult gij zeggen, uw begrijpelijke nieuwsgierigheid nauwelijks kunnende bedwingen?
Dat begrijp ik.
Immers mij in u verplaatsende zou ik eveneens pijnlijk rillen van een bulkende nieuwsgierigheid.
Zou ik dan uw honger laten voortduren?
Zou ik dat kunnen?
Zou ik zo in elkaar steken?
Nee ik steek niet.
En zeker niet in elkaar.
Het zoude mij niet goed bekomen.
En u, geacht mogelijk slachtoffer, eveneens niet.
Slechts de rechterlijke macht zou er beter van worden.
En die hebben het net als bankenbonsen verzekeringsmaatschappijenbonsen en bonzende overheden al goed genoeg.
Daarom, en bij deze, zal ik uw gierigheid naar nieuws bevredigen.
En wel nu meteen en direct bovendien.
Dat gij u vasthoude aan onwankelbare objecten.
Zoals daar zijn pilaren en bij ontstentenis daarvan huizen.
Mogelijk zelfs kerken.
Dan geven zij tenminste nog wat houvast.
Hier komt het.....
In de trein waren geen zitplaatsen meer beschikbaar.
Een beschaafde jongere bood mij de zijne aan.
.