Ik was jong, zo vlak na de oorlog.
Geld was er niet.
Ook op de lagere school was het aardse slijk niet echt voorhanden, slechts gewoon slijk.
Dat had gevolgen voor de schoolreisjes.
Die bereikten afstanden van rond de 10 km.
Het was prima zo.
We wisten niet beter en hadden een plezier dat niets met de afstand te maken had.
Een plezier dat zijn hoogtepunt bereikte bij een bezoek aan een speeltuin.
Als ik mijn ogen sluit zie ik alles nog voor me.
Ik zie de schommels, de wippen, de.....
Ik proef het enige flesje prik dat ik per jaar kreeg.
Ik voel het voorzichtig sabbelen aan het enige rietje dat ik per jaar te sabbelen had.
Een papieren.
Enige tijd geleden was ik weer ter plaatse.
Geen speeltuin meer te bekennen.
Weg.
Pleite.
Als ik mijn ogen sluit zie ik de speeltuin.
De speeltuin van toen.
Ruim 60 jaar geleden.
De huidige situatie kan ik niet binnen mijn oogbeeld krijgen.
Opvallend.
Ik heb die situatie immers goed in me opgenomen.
Die is weg.
Pleite.
Die speeltuin, ja die is er nog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten