De sterrenhemel sprankelde.
Ver boven mijn hoofd.
Bijna de enige verlichting op mijn pad.
Dé gelegenheid om in gedachten verdiept te raken.
Verstrikt te raken.
En te struikelen.
Verdwenen, de soepelheid van vroeger.
Verdwenen.
Opgelost in de diepte van de tijd.
Is,
Werd was.
Nu,
Werd toen.
Ik ben oud.
De sterren knipoogden me glimlachend en lichtelijk vermaakt toe.
Ze blijven stralen.
Nog vele, vele miljoenen jaren.
Zoals ze deden.
Vele, vele miljoenen jaren.
Ik oud?
Wat is oud?
Wat is tijd?
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten