Ik zit in de tuin.
Midden in de stad
Hengelo.
Ik zit in de zon.
Heerlijk.
Hoor de zachte geluiden.
Ruik de geuren.
Bloemen.
Vogels.
Ik sluimer.
Gerinkel, lijkend op tegen elkaar botsende melkbussen.
Wegstervende geluiden.
Als van paardenhoeven.
Paarden die karren voorttrekken.
Rammelend.
Hamerslagen.
De smid?
De schoenmaker?
Ik snuif in de verte de geur op van bier.
Een brouwerij in de buurt?
Ik ben weer een jaar of tien.
Ik zit in de tuin van mijn opa en oma.
Ik sluit mijn ogen en zie de hoge toren.
De klokken verkondigen de tijd.
Met 12 slagen.
In de verte zingen de klokken van de Drommedaris hetzelfde lied.
Enkhuizen!
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten