Het was heet.
Zeer heet.
Veel heter dan de hier zo hevig hete Hollandse hitte kan zijn.
In het primitieve, maar gekoelde barretje, ontmoeten we twee puffende Nederlanders.
Een jonge vrouw en een man van ongeveer dezelfde leeftijd.
Ze zaten, hoe kan het anders, aan het bier dat in grote gekoelde glazen frequent werd aangeleverd.
We deden mee, al hadden we hun voorbeeld niet nodig.
Onze plannen gingen immers dezelfde richting uit.
Buiten stonden twee fietsen.
Degelijk fietsen.
Hollandse fietsen.
Een zeldzaamheid in het Spaanse dorp.
Onze conclusie behoefde weinig intellectuele inspanning.
Twee Nederlandse fietsen.
Twee Nederlanders.
Dat kon geen toeval zijn.
Ze bleken een trektocht te maken door het zo fraaie Analusische landschap.
Hadden ze de heuvels onderschat?
Hadden ze de hitte onderschat?
Reisboekenhitte is een andere hitte dan Andalusische hitte.
Nu waren ze hijgend en vermoeid op zoek naar een slaapplaats.
Nederlanders onder elkaar.
Hulp was onderweg.
Had mijn zwager niet juist een nieuw tweepersoonsmatras aangeschaft?
Een matras dat nog ingeslapen moest worden?.
De uitnodiging gepleegd.
De uitnodiging aangenomen.
Het was heet die nacht.
De warmte van dagen was als in een accu opgeslagen in muren en daken.
Had zich onzichtbaar genesteld in alles waar genesteld kon worden.
De hitte was echt.
Het matras was vers.
Welterusten.
De volgende dag waren ze vroeg op.
De fietsers.
Vroeger dan wij.
Hadden ze niet goed geslapen?
Wij wel, ondanks de van hitte zwangere atmosfeer.
Nee.
Dat hadden ze niet.
De slaap was hen niet goed gezind geweest.
En inderdaad.
Ze zagen er wat rood en opgezwollen uit.
Na het ontbijt vertrokken ze.
Toen we het nieuwe matras in de zon legden zagen we dat we vergeten waren de dikke plastic verpakkingszak van het matras te verwijderen......
Ondanks afspraken in die richting, ondanks dat ik een aan hen geleend woordenboekje opgestuurd terug zou krijgen, hebben mijn zwager en ik nooit meer iets van hen vernomen.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten