En dan ben je vijf.
Een hele kerel.
Je gaat naar de lagere school.
Beetje bang maar ja, je bent al vijf.
En dan ben je groot want al twaalf.
Twaalf, de middelbare school wenkt.
Eerste klas, je bent niet groot meer.
Dat zijn zij, in die andere klassen.
Zestien.
Wauw, je mag brommer rijden.
Nu begint het leven pas echt.
En wat zijn die enge rok-wezens eigenlijk leuk.
Kom, achterop.....
Twee jaar later.
Achtien, en autorijlessen.
Negentien.
Hebbes, je rijbewijs.
Blij en trots.
Dienstplicht.
De keuring.
Goedgekeurd.
Bah, helemaal geen zin.
Maar het mót!
Hup, naar Eindhoven.
Zes en twintig maanden later.
Werk zoeken.
Werken.
Werken met beetje geld als financiële basis voor een huwelijk.
Want je bent al 23 jaar.
Tweede kerstdag.
Het eerste kind van de drie ziet schreeuwend het daglicht.
Veertig jaar.
Niet echt vrolijk, de helft zit er op.
Vijftig!
Wat een ouwe mensen waren dat, mensen van vijftig.
Kaal of grijs.
Nu ben jij het.
Tien jaar later.
Zestig.
Z E S T I G
Weer vijf jaartjes later.
Goh, wat gaat dat snel.
Erg en eng snel.
Vijf en zestig, en gepensioneerd.
Zeventig, zes kleinkinderen rijker en een keuring voor het rijbewijs achter de rug.
Drie en zeventig.
Verdriet om verlies van familieleden, vrienden en kennissen.
Blijdschap om de vele, vele goede dingen.
Ik kijk naar de kinderen.
Ik kijk naar de kleinkinderen.
Het is weer opnieuw begonnen.
Tijd?
Flauwekul.
Tijd is niets.
Tijd stelt geen bal voor.
Over 100 jaar is er niets meer wat nog aan mij herinnert.
Ben ik vergeten.
Mijn partner is er niet meer.
Mijn kinderen zijn er niet meer.
Mijn kleinkinderen...., weg.
Vrienden..., pleite.
Voorgoed.
Zo hoort het maar een beetje triest word ik er wel van.
En in die kleine spanne tijd die ons mensen gegeven is.
Verminken we.
Moorden we.
Vreten we onze buiken vol ten koste van de ander.
Spekken we onze bankrekening, ten koste van...
Sjoemelen we bonussen bij elkaar, ten koste van...
Plukken we de zorg potten leeg ten koste van....
Enz, enz.
Heeft het allemaal zin?
Zin gehad?
Waarom?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten