Er zijn soms van die momenten dat alles lijkt te kloppen.
Het leven is dan de moeite waard geleefd te worden.
Het zijn díe momenten die een geluksgevoel geven.
Daar blijven herinneringen aan kleven.
Heel vaak zijn het hele kleine momenten.
Vóór ons waren mensen bezig met hun boot.
Plezierboten en oude opgeknapte sleepboten lagen te dobberen in het groene water.
Van de oude beroepsvaart was niets te zien.
Hiervoor moet je naar een andere haven.
Slechts enkele vissersboten zijn er nog te vinden.
Hoe anders was het in mijn jeugd.
De haven lag toen vol met botters.
De beroepsvaart wordt nu voornamelijk uitgeoefend door liefhebbers die met prachtig gerestaureerde meermasters vacanties aanbieden.
Wij zaten buiten op een terras in Enkhuizen.
Binnen rammelden borden onder een plafond waaraan oude scheepsmodellen en verweerde scheepsbenodigdheden hingen.
Bij elkaar gezochte nostalgie-opwekkers.
Maar dat gaf niets.
Sfeer was er zeker.
Vlak bij ons hipte een musje.
Het was een brutaal beestje en hij waagde zich op enkele centimeters van ons op de tafel.
Steeds dichter bijkomend, naarmate we meer gebaksrestje naar hem toeschoven.
Het stelde allemaal niks voor maar wat was het prachtig.
Natuurlijk niet alleen dat heen en weer trippelende beestje maar alles wat zich rondom ons afspeelde.
Zowel Sebo als ik zijn sfeergevoelig.
Voor mij komen er dan nog allemaal herinneringen uit mijn jeugdjaren bij.
Zo bedacht ik dat ik slechts enkele meters verwijderd was van de plaats waar mijn opa en ik ooit op de koningin stonden te wachten.
Het stond er vol met mensen die allemaal niet in de gaten hadden dat 1 april een gevaarlijke dag is voor dit soort evenementen.
Ik geloof me te herinneren dat mijn opa niet erg te spreken was.
Waarschijnlijk bozer op zich zelf wegens zijn goedgelovigheid dan op de krant die de komst van Hare Majesteit had aangekondigd.
Enkele honderden meters verderop links begon de
St. Jansstraat.
Een straat boordevol met herinneringen aan de schoenmakerij van mijn opa en het geboortehuis van mijn moeder.
Nog iets verderop lag, eveneens links, de Breedstraat.
In de Breedstraat staat, schuin tegenover het stadshuis, nog steeds mijn geboortehuis.
Overigens zonder een bordje met de mededeling:
Hier is op 25 september 1942,
midden in de oorlogstijd, de wereldburger
P. Johan Dammuller
geboren.
Waarschijnlijk was er na de restauratie van het eeuwenoude pand geen geld meer beschikbaar voor zo'n plaquette.midden in de oorlogstijd, de wereldburger
P. Johan Dammuller
geboren.
Enfin, op de achtergrond speelden al de herinneringen, met de daardoor opgeroepen gevoelens, een rol tijdens ons genoegelijk samenzijn daar op het terras.
Sebo zat daar zonder deze herinneringen maar begreep wel de gevoelens die ze bij me opriepen.
Bovendien is Enhuizen een plaats die iets met je doet als je daar open voor staat.
En dat was bij mijn medekoffiedrinker zeker het geval.
We logeerden in Het Ankertje.
Althans in het huis dat aan dit café grenst en toendertijd voor bed en breakfast was ingericht.
Het Ankertje is een bijzonder sfeervol oud café.
Er tegenover staat de oude stadspoort "de Drommedaris".
Een massief gebouw maar met een zekere sierlijkheid wegens de ronde vormen.
De Drommedaris, de toegang tot de havens en de rest van Enkhuizen is bereikbaar via een houten ophaalbrug.
Ooit dirigeerde Sebo een compleet terras met mensen vlak tegenover Het Ankertje met achter zich de kloeke vormen van de Drommedaris.
Tsja, mooie tijden.
DQ
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten