vrijdag 22 augustus 2008

Liefde en geld

Liedeken

Al ben ic schoon Liefje niet machtig rijck,
Ick ben ten minsten als mijns ghelijck,
Wat geef ick om 't goet,
Wat geef ick om 't goet,
De beste rijckdommen leggen in 't gemoet.

Ick laet den gierigaert na schatten sien,
En den staet-suchtigen na het gebien,
Ick geer, o mijn schoon!
Ick geer, o mijn schoon!
Geen Konings scepter, noch Keysers kroon.

Want de rust en opperste wel-lust leyt
In een onbekommerde vernoegelijckheyt,
En niet in het geld,
En niet in het geld,
Dat staegh zijn meester met sorgen queld.

Daerom Princesse so acht ick aldermeest
De gaven van u doorluchtigen geest,
En u hooch vernuft,
En u hooch vernuft
Dat al de werelt braveert en puft.


G.A Bredero (1585-1618)